Bij de installatie van de apparatuur moet een minimumafstand van 3 meter in acht worden genomen van de erfgrens en van bomen of vegetatie die een aanzienlijk wortelgestel hebben ontwikkeld.
De septic tank moet zo dicht mogelijk (minder dan 10 meter) bij het uitstroompunt van onbehandeld afvalwater worden geïnstalleerd, om verstopping door vetafzettingen in de inlaatleiding te voorkomen. Als de septic tank op meer dan 10 meter afstand wordt geïnstalleerd, moet vóór de septic tank een vetvanger worden geplaatst.
De septische tank, die is afgedicht, kan stroomafwaarts worden geïnstalleerd op ten minste 35 m van een inlaatpunt. Dit moet worden geverifieerd bij de plaatselijke autoriteiten.